“Ik hou van mensen, ik vind het leuk om ze te inspireren, te enthousiasmeren. Om ideeën te bedenken en er dan ook samen voor te gaan. Ik zit vol met duizenden ideeën, ben daar de hele dag mee bezig. Het is m’n hele zijn. Keerzijde is dat het soms een chaos in mijn hoofd is. Ook voor mijn omgeving. Ik heb altijd inspiratie en energie, het glas is altijd half vol. Ik werk hard, maar dat is geen werk, dat is wie ik ben.

Ik ben eigenlijk een vreemd persoon: ik ben een Zeeuw, heb op nationaal niveau gekorfbald en ik heb de Pabo gedaan, hoewel ik wist dat ik niet mijn hele leven voor de klas zou staan. Ik ben altijd een actief baasje geweest, ging van de reclame- naar de televisiewereld om uiteindelijk als zelfstandig ondernemer in de media- en cultuursector uit te komen, bij Theater de Speeldoos en RTV Baarn.

Ik ben lief van buiten, hard van binnen. Ik ga altijd uit van het goede van de ander, probeer iedereen altijd in hun kracht te zetten. Ik ben alleen niet zo lief voor mezelf, ik zorg eerder voor anderen. Vriendschappen zijn oppervlakkig bij mij. Maar wat is oppervlakkig? Ik ben wel een warm mens. Nieuwsgierig naar de persoonlijke kant van het verhaal. Tot nu toe heb ik vriendschappen gesloten in dat wat ik doe. Ik denk dat ik een betrokken manager en collega ben. Dat is mijn manier om relaties aan te gaan.

Vorig jaar ben ik gescheiden, dat doet mij pijn. Dan deel ik dat, dan gooi ik dat eruit. Mijn kracht zit hem in verbinden, creëren. Dat is me thuis helaas dus niet gelukt. Dat is de andere kant van het verhaal. Maar ik ga niet ergens met een vriend de hele avond over mijn scheiding praten. Heeft ook te maken met het feit dat ik graag dingen zelf oplos. De hulpvraag zal je van mij niet snel krijgen.

Ik word bijna 50 en ik sta op een punt waarop ik me afvraag hoe het tweede deel van mijn leven zal moeten gaan. Mijn kinderen zijn daarin belangrijk. Maar die zijn bijna volwassen, dus de zorg voor hen wordt minder. Als ik moe, oud en versleten ben, ga ik misschien weer terug naar Zeeland. Lekker aan het strand, niets hoeft dan meer.”

Tekst: Marlies Wegerif, foto: Hilde Sneep