“Ik heb het geluk dat ik op mooie plekken heb kunnen zijn. Een voorbeeld is Taiwan. Geen heel bekende vakantiebestemming voor Nederlanders, maar het was zeker de moeite waard. Toch waren het niet de bergen, de stranden of de steden die de meeste indruk op me hebben gemaakt. Het was het vreemde gevoel dat ik zelf een bezienswaardigheid was.

 
Laat me dat even uitleggen. Als je in Zuid-Frankrijk in een polonaise van lichtelijk bezwete medetoeristen langs de boulevard sjokt val je niet echt op. Als je in Zuid-Taiwan in een polonaise van lichtelijk bezwete Aziaten over de avondmarkt struint val je daarentegen behoorlijk op. Ten eerste steek je er ongeveer twintig centimeter boven uit, waardoor je voelt als een soort wolkenkrabber in een bungalowpark. Ten tweede is blond haar niet bepaald veelvoorkomend in Azië, en zo zijn er nog wel meer uiterlijke verschillen. Het gevolg daarvan is dat iedereen, ook al zijn deze mensen zelf ook toerist, naar je kijkt alsof je net van Saturnus aan bent komen vliegen.

 
Dat is het bijzondere van op een plek zijn die volledig anders is dan je gewend bent. Behalve dat jij allemaal nieuwe dingen ziet, ben jij ook onbekend voor de bewoners van je bestemming. Het heeft behoorlijk indruk op me gemaakt om in zo’n andere cultuur rond te kunnen lopen. Toch voelde ik een afstand tussen de bewoners van het land en mezelf. Ik merkte dat ik een soort toeschouwer was, ik was er niet lang genoeg om er echt in op te gaan. Ik kon de mensen lastig peilen. Toch heeft het me volledig overtuigd hoe goed het is om te reizen. Je leert er ontzettend veel van en het is ook nog eens heel leuk.”

 

Tekst en foto: Siem Buijsse (15 jaar)