Jo: “We hebben zo ontzettend veel lol met elkaar en het is vaak om niks. We zien altijd precies hetzelfde en dan hebben we aan een woord of blik genoeg. Op zaterdagmiddag hebben we spreekuur. Dan gaan we de hele Laanstraat door en kletsen we met iedereen. Dan krijg je hele verhalen te horen en hebben wij weer schik. Zo’n middag doet me zo goed.”

Joke: “Als ik niet had gerookt dan hadden we elkaar niet ontmoet” Jo: “Het is dat ik heb gezegd: komt u maar bij ons zitten hoor mevrouw…” Joke: “Ja, ik durfde eigenlijk niet bij jullie te gaan zitten, maar door die sigaret kon ik bij het rookcluppie.”

Jo: “En nu zien we elkaar al jaren op maandag-, dinsdag- en zaterdagmiddag. Op vrijdag bellen we om te bespreken wat we de volgende dag gaan doen. Dan hangen we gauw een uur aan de lijn. We gaan iedere dinsdag en zaterdag samen op stap, meestal in Baarn. In de zomer eten we altijd een patatje op de markt. Dan maken we soms een praatje met de burgemeester.”

Joke: “Ze noemen ons ook wel de jojo’s. Samen zijn we best wel ondeugend. We gieren wat af! Laatst had ik een tas gekocht die ik achteraf toch niet wilde. En Jo wilde hem ook niet. We zaten op ‘de Troon’ op de Brink. Ik heb dat tasje een beetje weggemoffeld en toen zijn we ergens anders gaan zitten om te kijken wat er mee zou gebeuren. Uiteindelijk was er een man die er eerst mee naar de patatkraam liep en toen richting het gemeentehuis verdween. Jo wilde er nog achteraan om dat tassie als vermist aan te geven, maar dat ging mij toch net iets te ver!”

Jo: “We houden wel van een goeie grap. Dan gaan we op het bankje in de Jumbo, voor de foto van Soestdijk, zitten en zwaaien we naar iedereen of we koninginnen zijn. Joke: “Jo kent zo ongeveer iedereen in Baarn. Ze heeft nog net geen winkelverbod in de Jumbo… want ze maakt praatjes met iedereen bij de kassa en dan houdt ze de boel op. Dan ga ik maar de boodschappen inpakken van de mensen, want anders komt dat vak nooit leeg.”

Jo: “Wat zouden we zonder elkaar moeten? Als we wel eens twee oude vrouwtjes zien schuifelen achter de rollator, dan denk ik ‘dat is ons voorland’.

Joke: “We zijn volgend jaar 25 jaar vriendinnen. We weten alles van elkaar. De moeilijke dingen van het leven, daar hebben we het niet over. En als het toch ter sprake komt dan is het gauw ‘doe nou weer effe gezellig’. Als een van ons wegvalt, dan wordt dat wel een ramp. Maar daar denken we maar niet aan, toch Jo?”

Jo de Jong (1937) en Joke Scheel (1944), vriendinnen