“De fantasiewereld is voor mij altijd belangrijk geweest, het is een krachtbron waar je je even op kan laden. Je hebt er een grotere vrijheid om je te uiten. Je mag alles zijn. Je mag heel slecht zijn of gemeen of juist geweldig, of heel mooi… Daar is alles mogelijk.

Als artistiek leider van Vuurol is het mijn doel om het beste in mezelf naar boven te halen zodat ik ook het beste in anderen naar boven kan halen. Hier, in het bos van de Lage Vuursche, heb ik de gelegenheid om in de natuur theater te maken. Natuur is voor mij een geweldige inspiratiebron, een soort levensvoorwaarde. Ik wil mensen in een fantasiewereld meenemen, om vanuit de natuur expressie te geven aan wat er in hun leeft. Ik wil dat op een zo mooi mogelijke wijze doen, zodat het publiek daar ook een fijne beleving aan kan ontlenen.

In verbinding met anderen ontwikkel ik me en hoop daar anderen in mee te nemen, zodat één en één meer dan twee wordt. Ik zoek naar hoe ik kan of moet faciliteren, of meedenken in een voorstelling. Ik vind het geweldig om met jonge mensen te werken en er energie in te steken om ze te laten ontwikkelen. Als ik dan de sprong zie die ze hebben gemaakt, dan ben ik enorm trots.

Wanneer ik blij ben, dan komen de verhalen uit mij, dan lever ik veel input en kan ik ook de creativiteit in anderen wakker maken. Maar als ik meer in mezelf zit, dan zoek ik een verhaal waar ik in kan duiken. Een boek of een film. Ik verdwijn daar dan in. Ik stap in de huid van de hoofdpersoon, dan kan creativiteit van buitenaf mijn eigen motor weer op gang brengen. Voor mij kan dat bijvoorbeeld een gesprek zijn over Vuurol waarbij de ander zijn ideeën deelt. Dan denk ik ‘heerlijk, want ik kom in jouw verhaal’. Daarom vind ik contact met mensen zo belangrijk. Ik ben een steenbok. Op mezelf, volg m’n eigen pad. Maar steeds meer voel ik dat ik andere mensen heel hard nodig heb en dat contact ook heel graag wil. Terwijl ik heel lang heb gedacht ‘ik heb ze niet nodig, ik kan dat wel, ik doe het wel alleen.’ Nou ja, dat is echt niet meer.”

Tekst: Marlies Wegerif, foto: Hilde Sneep