“Ik zeg altijd dat ik ben aangespoeld uit het ‘Lage Noorden’, maar ik ben gewoon met de trein gekomen hoor. Eind jaren zestig kwam ik vanuit Denemarken naar Nederland. In Denemarken ben ik opgeleid tot handweefster, in Baarn vond ik een baan bij een weverij.

Ik zat goed in m’n vel toen ik uit Denemarken kwam. Ik heb in mijn leven veel tegenslag gekend. Maar als ik in nare situaties was, werd ik steeds geholpen. Er zijn zoveel helpende engelen daarboven, daar hoef ik niet eens om te vragen! Ik praat niet met boven. Ik dank alleen.

Ik ben hoog sensitief. Met mijn derde oog neem ik dingen waar die een ander niet ziet. Ik ben erg begaan met andere mensen. Maar ik wil ook wel eens gedragen worden en gevoed worden. Ik raak ervan uitgeput dat ik steeds maar weer mezelf geef in relaties. Daarnaast heb ik de ziekte van Crohn. Ik heb dagen dat ik verrek van de pijn. Op momenten dat ik veel stress ervaar, krijg ik zomaar weer iets moois te lezen op m’n krommeputer, via hindernet. Daar ben ik dan dankbaar voor. Ook de Deense humor houdt me op de been. Die is zo hilarisch. Van huilen droog je alleen maar uit. Ik zeg altijd: je moet opeten wat er op je bordje ligt. En probeer van je demonen diamanten te maken. Dat lukt mij gelukkig wel. Mijn naam is eigenlijk Inge-Lise: daar zit een engeltje in.”

Tekst: Marlies Wegerif, foto: Hilde Sneep